Jazeker, hoewel de vezels moeilijk te mengen zijn is dit perfect mogelijk.
Mits voldoende geduld / arbeid en het juiste materieel gaat men als volgt te werk.
De fibres zijn verpakt in balen van ongeveer 300kg, deze moeten worden geopend (verwijderen van verpakking en bindingen).
-Zorg voor een stevige ondergrond. Deze dient voldoende het water te kunnen afvoeren. Maak indien nodig gebruik van drainagebuizen of leg een fundering aan dmv grove granulaten (bv gebroken en gezeefd steenpuin). Gebruik enkel copro gekeurde materialen! Zo ben je zeker van de kwaliteit en ben je bovendien niet illegaal bezig. In sommige gevallen is er zelfs geen fundering nodig, enkel het egaliseren van de bestaande teelaarde is dan noodzakelijk.
-Het is aangewezen de piste egaal maar onder helling (1%) aan te leggen. Dit is beter voor de waterbeheersing.
-Afhankelijk van de drainerende werking (fundering), leg een zandlaag met een dikte van 15-18cm. Meer dan 20cm is in de meeste gevallen totaal overbodig.
-Compacteren van de piste gebeurd door regenval of door de paarden zelf. Indien men sneller resultaat wenst, maak dan gebruik van een wals.
-Onderhoud is cruciaal! Met een kleine tractor voorzien van een eg of sleepbalk kan je de putten wegwerken. Het beste resultaat bekomt men met een pistesleep.
-Verwijder zo snel mogelijk het mest van de piste.
-Met sproeien voorkom je dat de piste uitdroogt. Zo blijft de structuur intact en word de piste minder zwaar voor de paarden!
De wetgeving ruimtelijke ordening bepaalt dat voor aanmerkelijke reliëfwijzigingen een stedenbouwkundige vergunning nodig is. Als aanmerkelijke reliëfwijziging wordt onder meer beschouwd elke aanvulling, ophoging, uitgraving of uitdieping die de aard of functie van het terrein wijzigt.
Enkele voorbeelden van reliëfwijzigingen waarbij de aard of functie van het terrein wijzigt, zijn het afgraven van een 10 centimeter dikke humuslaag in natuurgebied, of het aanleggen van parkeerplaatsen op een weiland in landbouwgebied door het ophogen met steenslag. Deze werken zijn vergunningsplichtig ook al gaat het maar over enkele centimeter.
Maar ook als de aard of functie van het terrein dezelfde blijft, kan een reliëfwijziging aanmerkelijk zijn, omwille van zijn omvang. Reeds jarenlang wordt hiervoor meestal het criterium van 50 centimeter gehanteerd, ook al staat dit niet letterlijk in de regelgeving. Is de ophoging of uitgraving groter, dan is doorgaans een vergunning vereist.
In principe is voor de plaatsing van afsluitingen een stedenbouwkundige vergunning nodig, maar afsluitingen die bestaan uit palen met prikkel- of schrikdraad (weideafsluitingen) zijn altijd vrijgesteld van vergunning.
(bron www.ruimtelijkeordening.be)
Contacteer dus best altijd het stad- of gemeentebestuur vooraleer men een paardenpiste wenst aan te leggen. In de meeste gevallen hebben zij geen bezwaar indien het aangevoerde zand milieu hygiënisch in orde is.